De verjaringstermijn

De verjaringstermijn

Als schuldeiser loopt u het risico dat de vordering verjaart indien u te lang wacht met het incasseren ervan. Dit houdt in dat u als schuldeiser na verloop van tijd geen aanspraak meer kunt maken op nakoming van die vordering (meestal betaling van een geldbedrag).

De verjaringstermijn begint te lopen op de dag die volgt op de dag waarop onmiddellijke nakoming kan worden gevorderd. Als bijvoorbeeld een factuur op 1 mei 2017 betaald dient te zijn, dan begint de verjaringstermijn te lopen op 2 mei 2017.

Hoelang de verjaringstermijn is, hangt af van het soort vordering. De algemene verjaringstermijn is 20 jaar. Echter, in de meeste gevallen verloopt een rechtsvordering na 5 jaar.

De rechtsvordering tot nakoming van een overeenkomst  (bijvoorbeeld een koopovereenkomst of lening) verjaart na 5 jaar nadat de vordering opeisbaar is geworden. Als er een vonnis van de rechter ten grondslag ligt van het incassotraject (executoriale titel), dan verjaart de bevoegdheid tot executie in beginsel pas na 20 jaar.

De verjaring van een vordering tot nakoming kan worden gestuit. Op dat moment van een nieuwe verjaringstermijn aan. De termijn is dezelfde termijn als vooreerst. Een manier waarop een vordering kan worden gestuit is dat u als schuldeiser een schriftelijke aanmaning of mededeling stuurt naar de schuldenaar en, waarin u zich ondubbelzinnig uw recht op nakoming voorbehoudt. Het is essentieel van belang dat de aanmaning/mededeling de schuldenaar moet hebben bereikt. Het is dus belangrijk dat u een ontvangstbewijs heeft als bewijs. Om deze reden is het te adviseren om te kiezen voor aangetekende post of deurwaardersexploot.