Toetsing concurrentiebeding aan zwaarwegende belangen ondanks toepasselijkheid oud recht

Toetsing concurrentiebeding aan zwaarwegende belangen ondanks toepasselijkheid oud recht

elif-01

Rechtbank Noord Holland, 8 september 2015

Toetsing concurrentiebeding aan zwaarwegende belangen ondanks toepasselijkheid oud recht

De werkgever exploiteert een particuliere zorginstelling. De werkgever heeft de arbeidsovereenkomst van werknemer op 1 juli 2014 laten beëindigen. In de arbeidsovereenkomst die in het jaar 2012 was opgesteld, is tussen partijen een concurrentiebeding overeengekomen.

Desondanks heeft de werknemer op 1 november 2014 een eenmanszaak opgericht en diensten aangeboden aan ex-cliënten van werkgever. De (ex)werkgever stelt dat werknemer het concurrentiebeding overtreedt en vordert nakoming van boetes. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de zaak op basis van het oud recht dat tot 1 juli 2015 gold, behandeld dient te worden.

Opgemerkt dient te worden dat volgens het recht dat tot 1 juli 2015 gold, er geen beperking was voor werkgevers om een concurrentiebeding op te nemen in tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Desondanks heeft de kantonrechter geoordeeld dat de werkgever onvoldoende heeft onderbouwd en aannemelijk gemaakt welk zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang hij met het concurrentiebeding wenst te beschermen.

Met andere woorden, ook in arbeidsovereenkomsten die voor 1 juli 2015 zijn opgesteld en waarin een concurrentiebeding is opgenomen gelden zwaarwegende vereisten om aannemelijk te kunnen maken dat werkgever daadwerkelijk zwaarwegende bedrijfsbelangen heeft.